Ach, Veronica. Ze zei dat de maan hol was. Eerst dacht ik dat ze me voor de gek hield maar haar ernstige blik en de vurige wijze waarop ze het idee verdedigde vertelden het tegendeel. De maan zat ooit vol water, maar toen is hij op een of andere manier lek geslagen en is al dat vocht op de aarde neergekomen. Haar gedram was een afknapper van jewelste. Ik had het eigenlijk al moeten weten toen ik op haar profiel las dat ze hield van kundalini yoga en ambient music. Ik had haar meteen moeten weg swipen.
Hier zaten we dan, nog maar net aan het voorgerecht. Ik had meteen moeten opstappen en zeggen dat het een vergissing was. Maar haar turquoise kokerjurk en de warme gloed van het kaarslicht op haar gezicht maakten haar onweerstaanbaar. Dat ze onzin uitkraamde en dat ze haar hersenen moest leren te gebruiken, durfde ik haar niet te vertellen. Ook niet dat ik al twee maanden droog stond en dat ik met haar naar bed wilde. Ik knikte gespeeld geïnteresseerd en zei dat er zoveel is dat we nog niet weten over het universum, en dat ons brein te klein is om het grote mysterie van het leven te vatten. Ik worstelde me erdoor tot aan het dessert, betaalde de rekening en vroeg haar of ze mee naar huis ging. Ze wees mijn voorstel beleefd af en beweerde dat ze me heel leuk en aardig vond maar geen klik voelde. Ik zei dat ik haar ook heel leuk en aardig vond, en jammer dat er geen klik was, maar dat ze vast haar prins op het witte paard nog zou ontmoeten.
Ik voelde me ellendig toen ik thuiskwam, trok me af en voelde me nog ellendiger.
Door het raam zag ik de volle maan. Ik nam een verrekijker en keek naar de kraters.
Ach, mooie, holle Veronica.
© Joris Vermassen