Mouche was achttien jaar en drie maanden toen ze doodging. Mira was vijfenvijftig jaar en zes maanden, en ze was er het hart van in. Twee dagen eerder huppelde het beest nog vrolijk rond tussen de vlinderstruiken. Plots at ze niet meer en kwam ze haar mandje niet meer uit. Nierfalen, zei de veearts, en Mira stemde toe om het dier uit haar lijden te verlossen. Haar geliefde Mouche in de veeartsenpraktijk achterlaten wilde ze niet. De gedachte dat ze zou eindigen in een afvalcontainer bezorgde Mira koude rillingen. Thuis wikkelde ze Mouche in haar lievelingsdekentje en begroef haar achter in de tuin onder de rododendron. Rust zacht, lieve Mouche, schreef ze op een houten bordje dat ze op het grafje legde.
Die avond huilde ze zichzelf in slaap. Midden in de nacht werd ze wakker van gemiauw. Het kwam uit de tuin. Ze opende het raam maar had geen idee van waar het precies kwam. Ze trok het kussen over haar hoofd maar bleef de poes horen. Ze liep de trap af, opende de achterdeur en hoorde niets meer. Ze kroop terug in bed maar niet veel later begon het opnieuw. Weer liep ze naar beneden en ook deze keer was het plots stil. Bij het schijnsel van haar mobieltje liep ze tot aan het grafje. Dat lag er nog precies bij zoals ze het die middag had achtergelaten. Ze kreeg het koud in haar nachtjapon en liep snel naar binnen. Nog maar net terug in bed hoorde ze het weer. Geërgerd sprong ze in haar kleren, rende de tuin in en groef het dekentje met het dode dier op. Ze borstelde de aarde er af en legde het bundeltje in de koffer van haar auto.
Het werd al licht toen ze halt hield in een bos diep in de Ardennen. Op een open plek groef ze een put – twee keer dieper dan die in haar tuin – en legde er Mouche liefdevol in neer. Ze vulde de put met stenen en dekte alles af met een laag aarde die ze stevig aanstampte. Met veel moeite sleepte ze een zware boomstronk tot op het graf. Het bordje met het opschrift legde ze ernaast. Ze veegde het zweet van haar voorhoofd en reed weg. Tegen de middag was ze terug thuis. Ze nam een hete douche, kroop in bed en sliep tot de volgende middag.
© Joris Vermassen