Black Circles, White Spirits
Hulst (NL)
groepstentoonstelling
Plooien lang de stippellijn
May 22 - June 26 2022
'Gentlemen, how can I be of assistance?' he asked, as if they were two lost tourists.
Marcus B. was putting the finishing touches to a small painting when two soldiers entered the studio and pointed their guns at him.
The celebrated painter did not seem impressed; it was not entirely unexpected. He wiped his brush clean and looked at the two of them.
‘Gentlemen, how can I be of assistance?’ he asked, as if they were two lost tourists. Before he knew it, the younger one – who looked barely eighteen with his rosy cheeks and straggly beard – had planted the butt of his rifle in the artist's face. The artist collapsed bleeding onto the polished concrete floor.
The younger soldier began to kick his victim in the belly and crotch. The other walked around the paintings of black circles that filled the studio. ‘Disrespectful dog,’ he said, ‘who do you think you are?’
His young companion stopped kicking for a moment to give the painter a chance to answer. Marcus B gasped. He knew that a rational conversation was no longer possible.
‘I'm not hurting anyone,’ he groaned.
The older soldier took a heavy pair of canvas pliers from a tool container. ‘Dirty traitor,’ he snarled, before smashing the artist's knees.
Marcus B was in pain. He watched blurredly as they threw his canvases on a heap and poured white spirits over them. The young soldier started kicking him again, until he was half unconscious.
‘Dirty piece of scum,’ he hissed between his teeth, before shooting Marcus B in his hands and feet. Laughing, the other one urinated on him. As the painter lay dying in a pool of blood and urine, they smoked a cigarette and discussed bitches. Finally, they extinguished their butts in his eyes, threw him on top of the canvases and set fire to the lot.
Marcus B legde de laatste hand aan een klein schilderijtje toen twee soldaten het atelier binnenkwamen en hun wapen op hem richtten.
De gevierde schilder scheen niet onder de indruk; helemaal onverwacht kwam dit niet. Hij veegde zijn penseel schoon en keek de twee aan.
Heren, waarmee kan ik u helpen, vroeg hij alsof het om twee verdwaalde toeristen ging. Nog voor hij het besefte, plantte de jongste — met zijn blosje en zijn dunne baardje zag hij er amper achttien uit — de kolf van zijn geweer in het gelaat van de kunstenaar. Bloedend viel deze neer op het gepolierde beton.
De jonge soldaat begon zijn slachtoffer in de buik en het kruis te schoppen. De andere liep langs de doeken met zwarte cirkels, die het atelier vulden. Respectloze hond, zei hij, wie denk je wel dat je bent?
Zijn jonge metgezel hield even op met schoppen, om de schilder de kans te geven te antwoorden. Marcus B hapte naar adem. Hij wist dat een rationeel gesprek niet meer mogelijk was. Ik doe niemand kwaad, kreunde hij. De oudere soldaat nam een zware spantang uit een materiaalbak. Vuile verrader, snauwde hij, en hij verbrijzelde de knieën van de kunstenaar.
Marcus B verging van de pijn. In een waas zag hij hoe ze zijn doeken op een hoop gooiden en overgoten met white spirit. De jonge soldaat begon hem weer te schoppen, tot hij half bewusteloos was. Smerig stuk uitschot, siste hij tussen zijn tanden, en hij schoot Marcus B in beide handen en voeten. Lachend piste de andere hem onder. Terwijl de schilder in een plas van bloed en urine lag te zieltogen, rookten ze een sigaret en praatten over de vrouwtjes. Ten slotte drukten ze hun peuken uit in zijn ogen, gooiden hem bovenop de doeken en staken alles brand.
© Joris Vermassen